In een smerig politiebureau bevindt een gewelfde Arabische vrouw zich in een compromitterende situatie met een strenge officier. Ondanks haar pogingen om gecomponeerd te blijven, racet haar hart van verwachting en angst terwijl ze zijn volgende zet afwacht. Van de gelegenheid gebruik makend, gebiedt de officier haar op haar knieën te zakken, en zonder aarzeling bevredigt ze hem gretig met haar bekwame mond. Terwijl ze rechtop staat, maakt de officier gebruik van haar blootgestelde kont en begint deze te strelen, een vonk van verlangen in haar te ontsteken. Met een stevige greep op haar heupen stoot hij zijn kloppende lid stoot in haar strak, uitnodigend, uitlokkend van genot. De agent positioneert haar vervolgens boven een stoel, haar wulpse kont volledig zichtbaar, en blijft haar van achteren teisteren, zijn handen grijpen haar weelderige rondingen. Gedurende hun ontmoeting laat de agent zijn onverzadigbare honger naar deze verleidelijke Arabische schoonheid zien. Zijn lust voor haar is voelbaar, en hij laat er geen twijfel over bestaan dat hij haar grondig heeft bevredigd. Deze kantoorontmoeting is een bewijs van de dapperheid van de officieren en het onverzadigbaar verlangen van de vrouwen.