In een wereld waar het heilige en het profane naast elkaar bestaan, ontvouwt ons verhaal zich in een rijk van pure onschuld. Onze hoofdpersoon, een kuise meid, koestert een diep verlangen om haar te ontmaagden. Haar zoektocht begint bij de deur van het gerespecteerde heiligdom van Eros, waar de raadselachtige priesteressen wonen. Het gerucht gaat dat de priesteressen, bewakers van het heiligdom, de macht hebben om het meisje te inwijden in de wereld van vleselijk genot. Bij binnenkomst in het heiligdom komt het meisje de priesteres tegen, die zowel verleidelijk als intimiderend zijn. De priesters, bewust van haar bedoelingen, bieden haar een kans om haar anti-meisje te vervullen. De maagdelijkheid, anonimatie, anonisme, anonieuze anonimiteit. Wat is het seksuele genot van de priesteres, wat is het begin van haar reis, ze heeft ooit vervuld, het verlangen naar seksueel genot en haar verlangen naar een onvervuld verlangen. Dit is een oesterverhaal dat ooit is vervuld.